Volkswagen T1, het geniale idee

De Volkswagen Transporter, een kleine polyvalente utilitaire wagen, betekende een revolutie in de autogeschiedenis dankzij een nieuw concept dat aanleiding gaf tot een saga die vandaag de dag actueler is dan ooit.

Het verhaal achter de Volkswagen Transporter begon met Ben Pon, de Nederlandse importeur van het merk. Hij wilde een kleine, universele bedrijfswagen ontwikkelen op basis van de Kever. Tijdens een bezoek aan de fabriek in Wolfsburg zag hij een merkwaardig voertuig dat speciaal voor productiedoeleinden was ontwikkeld. De "Plattenwagen" was een chassis dat was omgebouwd tot een transportplatform waarop de bestuurder boven de motor zat. Geïnspireerd door het concept, tekende Ben Pon op een vel papier een schets van wat de Volkswagen Transporter zou worden. In dit voertuig zit de bestuurdersstoel voorin en de laadruimte achterin. Het idee sprak de top van VW aan en vier prototypes van de "Type 2" werden gebouwd tussen 1947 en 1949. In 1950 werd de Transporter uiteindelijk op de markt gebracht. Wat begon als een praktische, maar ietwat sobere utilitair voertuig, zat vol potentieel omdat er zoveel indelingsmogelijkheden waren. Volkswagen stelde al snel voor om er ook een voertuig voor personenvervoer van te maken.

Diverse toepassingen

De Duitse fabrikant heeft zich van de concurrentie onderscheiden door verschillende versies van zijn bestelwagen op de markt te brengen, zowel voor utilitaire doeleinden als voor het vervoer van personen. Dankzij de grote binnenruimte is de "combi" een uitstekende minivan voor zijn tijd. Allereerst is er een eenvoudige, beglaasde versie met rijen stoelen. Interessanter is echter de "luxe" versie, die zich vooral onderscheidt door de tweekleurige lak, de decoratieve aluminium strips en de voorbumper. Het meest opvallende kenmerk van dit voertuig is de panoramische beglazing met dakramen, die voorheen alleen bekend was in de touringcarsector, en waardoor de kleine Volkswagen de "glazen toeristenbus" is geworden. Om zijn cachet nog te vergroten, is hij uitgerust met een groot canvas zonnedak dat de passagiers de indruk geeft in een cabriolet te zitten. Dankzij deze uitrusting was de Transporter klaar om gezinnen of verenigingen te verleiden die op zoek waren naar een veelzijdig en comfortabel voertuig. De kleine luxueuse bus kan zelfs worden uitgerust met een autoradio met lampen, een uitrusting die hem beslist onderscheidt van het bedrijfsvoertuig dat hij oorspronkelijk is. Voor deze optie diende je echter wel diep in de buidel te tasten... 3.000 DM, een aanzienlijk bedrag.

Luxe

Deze "luxe" versie werd gepresenteerd op de eerste naoorlogse Duitse autoshow in Frankfurt in 1951. Voor deze gelegenheid trok Volkswagen alles uit de kast met een indrukwekkende stand van 1.350 m2 waar bezoekers een reproductie van een deel van de productielijn van de Kever konden bewonderen. In alle euforie baart de kleine bus van Volkswagen opzien. Hij werd eenvoudigweg een "speciale versie" genoemd op de Duitse markt en een "De Luxe microbus" in de Verenigde Staten, maar kreeg al snel van de klanten de bijnaam "Samba". De precieze oorsprong van deze naam is vandaag niet duidelijk. Het zou kunnen zijn afgeleid van Sonnendach-Ausführung mit besonderem Armaturenbrett (zonnedakmodel met speciaal dashboard) of Sonder Ausführung mitbesonderer Ausstattung (speciaal model met speciale uitrusting). Het is echter niet alleen in de volksmond dat de kleine bus deze bijnaam heeft gekregen. In 1954 werd de naam "Samba" officieel in Nederland geregistreerd. De serieproductie van de VW "Samba" minibus begon op 27 juni 1951. Het kon tot 9 personen vervoeren en was in het begin uitgerust met in totaal 23 ramen. Aanvankelijk was hij uitgerust met een motor van 1.131 cc met een vermogen van 25 pk, waarmee hij 85 km/u kon halen. Later werd het blok opgewaardeerd tot 1.192 cc en het vermogen opgevoerd tot 26 en vervolgens 30 pk. In 1962 kreeg de bus een nieuwe 1.493 cc motor met 42 pk, waarmee hij een topsnelheid van meer dan 100 km/u haalde (105 km/u). Het jaar daarop kreeg de Transporter een facelift met een bredere achterklep en ruit. Als gevolg daarvan verloor de Samba zijn twee hoekramen en had hij 21 glasramen. Tot 1967 werden wereldwijd iets meer dan 100.000 exemplaren geproduceerd.

Icoon

De Volkswagen T1 is een symbool geworden van de zorgeloze geest van de jaren zestig en is nu overal te te bespeuren... in films, op televisie en op ontelbare gadgets. De laatste tien jaar is hij zeer in trek bij verzamelaars over de hele wereld, die hem voor een appel en een ei op de kop tikken. Vele exemplaren op de markt zijn afkomstig van de Amerikaanse markt en hebben één of meer levens gehad alvorens in Europa te stranden. Dit verklaart hun gevorderde slijtage. Pas op voor de in Brazilië geproduceerde voertuigen die door de slechte kwaliteit van het staal de renovatiekosten heel hoog kunnen doen oplopen. Gelukkig worden bijna alle onderdelen opnieuw gefabriceerd. De prijs varieert sterk naargelang de carrosserie van de T1: mooie exemplaren variëren van €30.000 tot €100.000, of zelfs meer voor de eerste exemplaren die bekend staan als "Barndoor" in verwijzing naar hun grote motorkap. De Transporter is zo populair dat Volkswagen zich erop heeft geïnspireerd om zijn ID.Buzz te ontwikkelen, het nieuwste voertuig in zijn elektrische gamma. Een mooie knipoog naar het verleden!

Over de auteur:

Lees verder