Het Zweedse merk, dat in 2016 verdween, staat niet bekend om zijn sportieve modellen. De Sonett genoot echter een succesvolle carrière naast zijn zeer gewaardeerde sedans.
In een schuur op een paar kilometer van Trollhättan, de geboorteplaats van Saab, begon ingenieur Rolf Melde in 1955 met een paar collega's een sportwagen te bouwen. De auto maakte gebruik van mechanische onderdelen van de Zweedse fabrikant en had een buizenchassis van een lichte legering. Daardoor woog hij slechts 70 kg, mede ook dankzij de carrosserie, gemaakt van glasvezel. De auto is slechts 3,5 m lang, wordt aangedreven door een licht aangepaste Saab 93-motor met een vermogen van ongeveer 60 pk en weegt slechts 500 kg, waardoor hij snelheden tot 210 km/u kan halen. De Sonett werd gepresenteerd op de Stockholm Motor Show en werd goedgekeurd door Saab, die hem omdoopte tot de '94'. Vervolgens werd hij tentoongesteld in de Verenigde Staten, waar hij veel indruk maakte.
Van bakje tot coupé
Er werden vijf exemplaren gebouwd, maar het chassis was van staal en de versnellingsbak kreeg een extra versnelling, terwijl het prototype er maar drie had. Hoewel serieproductie werd overwogen, veranderden de plannen van Saab en ging het merk uiteindelijk voor saloons met de Sonett-motor. Van de 6 gebouwde auto's bestaan er nog 5 en 2 worden tentoongesteld in het Saab-museum. Het verhaal had hier kunnen eindigen, maar in 1964 kwam ontwerper Björn Karlström met de Sonett II, waarvan het eerste prototype het jaar daarop werd gepresenteerd. In 1966 werd de prototype gepresenteerd in Genève om het merk te promoten op de Amerikaanse markt. De carrosserie, nog steeds van glasvezel, was eenvoudig en doeltreffend. Onder de motorkap lag de motor die werd gebruikt in de Saab Monte Carlo, een driecilindermotor van 841 cc met een vermogen van 60 pk. Deze typisch klinkende tweetaktmotor werd in slechts 258 auto's gemonteerd, voordat hij werd vervangen door een Ford V4-blok. Deze 65 pk sterke 4-cilinder was veel aangenamer en veel minder vervuilend en paste perfect bij de auto.
Italiaans accent
De Sonett werd in 1970 opnieuw ontworpen door de Italiaanse ontwerper Sergio Coggiola en kreeg de naam Sonett III. Bij dit model, dat goed verkocht op de Amerikaanse markt, werd de motor opgeboord tot 1,7 liter. Hij was volwassener en beter uitgerust (hij had airconditioning, een op de vloer gemonteerde versnellingspook en dikke bumpers voor de Noord-Amerikaanse markt), produceerde nog steeds 65 pk en zijn grotere cilinderinhoud werd gerechtvaardigd door de Amerikaanse normen tegen vervuiling. In 1974 werden deze normen verder aangescherpt en werd de Sonett niet langer goedgekeurd. Saab besloot de productie te staken zonder opvolger. In totaal werden er 10.219 Saab Sonett II en III gebouwd. Tegenwoordig is dit relatief onbekende model ondergewaardeerd en zelfs gemeden door verzamelaars. Het is mogelijk om een mooie Sonett III, de meest plezierige om mee te rijden, te vinden voor minder dan € 25.000.
