Fiat 124 Spider, de toegankelijke

De Fiat 124 Spider, die een 20-jarige carrière wist te behouden, bewees dat een Italiaanse cabriolet zijn plaats heeft op de begeerde Noord-Amerikaanse markt.

Tijdens het autosalon van Turijn in 1966 stroomden vele bezoekers op de Fiat-stand op toe om twee nieuwe sportmodellen te zien die tegelijk werden voorgesteld. Enerzijds was er de Fiat Dino, die indruk maakte met zijn opvallende uiterlijk en Ferrari-motor, en anderzijds was er de veel discretere Fiat 124 Spider. Deze laatste, met zijn sobere en elegante lijnen, werd ontwikkeld op de verkorte wielbasis van de 124 berline, een van de meest succesvolle modellen van het bedrijf in die tijd. Om de auto comfortabel te laten rijden, vroeg Fiat aan ingenieur Aurelio Lampredi (ex-Ferrari) om een motor te ontwerpen die aan zijn ambities voldeed: een 4-cilinder, 1.438 cc, met dubbele as en 90 pk, wat voldoende was om de 950 kg van de auto te verplaatsen en een maximumsnelheid van 180 km/u te halen. Vanaf 1968 werd de 124 Spider zelfs naar Noord-Amerika geëxporteerd, een markt die kleine sportieve cabriolets bijzonder op prijs stelt. Een jaar later kreeg de auto een facelift en een nieuwe 1.608 cc motor. In 1970 kreeg hij nieuwe blokken, geërfd van de Fiat 132, namelijk een 1.592 en 1.756 cc. De kwaliteit van de bekleding werd tevens verbeterd. Vier jaar later werd de 124 Spider niet meer in Europa verkocht, maar zijn carrière werd aan de andere kant van de Atlantische Oceaan voortgezet met de Spider America, die zich onderscheidde door zijn grote energie-absorberende bumpers. In 1978 kreeg hij een 2-liter motor die, omwille van de vervuilingsnormen, zijn vermogen zag dalen tot slechts 87 pk. Elektronische brandstofinjectie werd enkele maanden later geïntroduceerd en de motor won iets meer vermogen, tot 102 pk.

Verandering van fabrikant

In 1981 werd de 124 Spider niet langer door Fiat gebouwd, maar door Pininfarina, dat een apart merk werd. Omgedoopt tot Spider Europa, maakte de auto zijn comeback op de Europese markt terwijl hij in de Verenigde Staten verdeeld bleef. Onder de motorkap wordt het 2-liter blok van de Croma gebruikt, goed voor 105 pk in de versie die bestemd is voor het Oude Continent. Ondanks het gewicht van de jaren zette de Spider zijn carrière voort tot 1985, toen hij op welverdiend pensioen ging. In twintig jaar productie werden 198.120 exemplaren verkocht, waarvan 170.720 in Noord-Amerika! Het bewijs dat Fiat een schot in de roos had met dit model...

Van goede afkomst

Dankzij zijn weldoordacht ontwerp, heeft de 124 Spider geen bijzondere nadelen. U kunt echter het beste kiezen voor de 1.6 en 1.8 motoren, die het meeste koppel hebben, zo niet het meeste vermogen (met uitzondering van de zeer zeldzame Volumex versie). Met de wind in het haar kan de wagen met de elleboog door het raam worden gereden, op een ontspannen manier en met een tamelijk viriel geluid. De motoren kunnen hoge kilometerstanden halen, maar de olie dient regelmatig te worden vervangen (om de 5.000 km) en moet het distributieriem regelmatig worden gecontroleerd. Specialisten in Europa en de Verenigde Staten bieden een ruime keuze aan reserveonderdelen, al zijn sommige daarvan zijn niet nieuw te vinden waardoor de tweedehandse markt de enige optie is. Tenslotte is de 124 gevoelig voor corrosie en moet men op zijn hoede zijn voor Amerikaanse auto's die te mooi zijn om waar te zijn. Het goede nieuws is dat de 124 Spider betaalbaar is: het is mogelijk om exemplaren van de laatste serie in goede staat te vinden vanaf €6.000!

Over de auteur:

Lees verder