Ongelooflijk mooi en uitgerust met de modernste mechanica, had de BMW 507 Cabrio alles om te slagen. Het was echter zeker de meest eclatante commerciële mislukking van de Beierse firma.
In het begin van de jaren 1950 maakte BMW een ernstige crisis door: het merk, dat na de Tweede Wereldoorlog werd gemeden, leed onder het feit dat zijn producten te klassiek waren en niet aan de verwachtingen van de klanten voldeed. In die tijd trachtte de onderneming te diversifiëren door de licentie te kopen voor de Isetta, de kleine eivormige auto met een motorfietsmotor. BMW pakte ook een ander probleem aan, namelijk het gebrek aan sportieve modellen in zijn gamma. Een markt die de concurrentie reeds in het vizier had, met name Mercedes met zijn formidabele 300 SL, Jaguar met de XK en Porsche met de 356. De directie van de fabrikant besloot toen een sportwagen te ontwikkelen op basis van de 503 sedan. De ontwerper Albrecht Von Goertz, een leerling van Raymond Loewy, werd ingehuurd om de lijn van dit nieuwe model te tekenen. Het resultaat was een wonder van finesse en elegantie, zonder twijfel een van de mooiste carrosserieën ooit ontworpen. Vervolgens werd een prototype geproduceerd dat de wereld rondreisde om de bolide kenbaar te maken aan het publiek: New York en Frankfurt waren slechts enkele van de podia waarop de 507 hartstochten wekte.
Mislukking
Het jaar daarop werd de productie opgestart met de ambitieuze doelstelling om 1.000 eenheden per jaar te produceren. Ware het niet dat de prijs van de 507 zeer hoog was: 10.000 dollar, een zeer groot bedrag voor die tijd. Ondanks zijn adembenemende lijnen en een 3,2 liter aluminium V8 met een vermogen van 150 pk die hem tot iets meer dan 210 km/u kon stuwen, was de BMW helemaal geen succes en werden maar zeer weinig exemplaren van verkocht. In 1959 wordt de verkoop uiteindelijk gestopt omdat de productie, bijna ambachtelijk, met verlies wordt gemaakt. In 4 jaar werden slechts 254 auto's verkocht! Dicht bij het faillissement (de 503 en de Isetta waren geen succeswagens), wordt BMW uiteindelijk gered door de familie Quandt, een van de belangrijkste aandeelhouders.
Een zeldzaamheid
De 507 werd aanbeden door bepaalde persoonlijkheden (Elvis Presley, Alain Delon of Jean Marais), maar slaagde er niet in door te breken op de markt van de luxueuze sportwagens. Het succes liet zich eerder voelen in de daaropvolgende generatie en de zeldzaamheid ervan deed de waarde snel stijgen tot een bedrag van bijna 2 miljoen euro vandaag. Een wraak als het ware op zijn trieste carrière.
