
De geschiedenis van de Quattro-transmissie is onlosmakelijk verbonden met die van Audi. Dit systeem, dat in de jaren 80 werd gelanceerd, heeft niet alleen een grote invloed gehad op de automobielsector, maar ook op de rallywereld, waar het zijn meerwaarde heeft bewezen.
Vierwielaandrijving is een concept dat teruggaat tot de begindagen van de autogeschiedenis. In 1899 vond Ferdinand Porsche de eerste elektrische auto uit met vier motoren (één voor elk wiel), maar pas vier jaar later presenteerde de Nederlandse firma Spyker de eerste auto met een verbrandingsmotor en vierwielaandrijving. De eerste voertuigen die ermee uitgerust werden, waren echter ontwikkeld voor militair gebruik, zodat ze zich in de meest erbarmelijke omstandigheden konden veerplaatsen. Dit was het geval met de beroemde Jeep, die wordt geassocieerd met de Tweede Wereldoorlog. In de jaren 1960 was de Jensen FF, ontwikkeld in samenwerking met Ferguson, de eerste poging tot een personenwagen met vierwielaandrijving. Hoewel zeer exclusief, was het geen groot commercieel succes.

Het toeval laat zich gelden
Pas halverwege de jaren 1970 monteerde Subaru zijn eerste vierwielaandrijvingssysteem op een sedan. Het systeem verbeterde de wegligging aanzienlijk en werd een specialiteit van het Japanse bedrijf, dat nu erkend wordt als pionier op dit gebied. Bij Audi ontkiemde het idee iets later in het hoofd van Jörg Bensinger, chassisingenieur bij het merk met de vier ringen. Tijdens een test in het hoge noorden, waarbij enkele prototypes vast kwamen te zitten in de sneeuw, gebruikte het personeel een Volkswagen Iltis om ze uit deze situatie te slepen. Hij stelde zich toen voor om vierwielaandrijving op een Audi te gebruiken. Ferdinand Piëch, hoofd van de ontwikkelingsafdeling, was gewonnen voor het idee en besloot een prototype te ontwikkelen.
Een technisch team van Audi installeerde de transmissie van een iltis op een standaard Audi 80. Met weinig middelen en wat slimme ideeën werd een systeem ontwikkeld. Voor de tests werd de motor van de auto vervangen door een turbokrachtbron van 160 pk. Het project werd gepresenteerd aan de Raad van Bestuur, die onder de indruk was. Het project werd officieel en kreeg de naam EA262, voor Entwicklungsantrag 262 of “Ontwikkelingsaanvraag 262” in het Nederlands. Vervolgens werden er baantests uitgevoerd.

Technische problemen
Het gebruik van vierwielaandrijving brengt een aantal technische uitdagingen met zich mee die de ingenieurs een voor een moesten aanpakken. Zo moest de versnellingsbak het vermogen van de motor zowel naar voren als naar achteren overbrengen. Na lang nadenken besloot het technische personeel van Audi om een holle transmissieas te gebruiken waarin een andere as kon worden ingebouwd die in de tegenovergestelde richting draaide. Deze eenvoudige en ingenieuze oplossing is de sleutel tot de soepele werking van het systeem dat het merk heeft ontwikkeld.
Terwijl de technologie vooruitgaat, moeten de bazen van Volkswagen ook overtuigd worden van de relevantie van een dergelijke technische revolutie. Er werden tests uitgevoerd op een besneeuwde bergpas en de auto gedroeg zich goed. Hij had echter wel de neiging om in scherpe bochten te hobbelen. Op dat moment werd besloten om een middendifferentieel te monteren om dit fenomeen te elimineren. De managers van het concern waren geïnteresseerd en stemden in met massaproductie, hoewel ze er weinig vertrouwen hadden in een succesverhaal.
In 1980 onthulde Audi op de Autosalon van Genève de eerste productieauto uitgerust met het Quattro-systeem: de Audi Quattro. Ferdinand Piëch organiseerde er een demonstratie op een ijsbaan om de voordelen van vierwielaandrijving aan te tonen.

Bewijs in de rallysport
De innovatie Quattro kwam pas goed tot zijn recht toen Audi besloot het systeem te introduceren in de autosport, en meer specifiek in het World Rally Championship (WRC). In 1981 maakte de Audi Quattro zijn competitiedebuut en veranderde al snel het spel. De vierwielaandrijving, ongebruikelijk in die tijd, bleek een grote troef op ruw terrein en in moeilijke omstandigheden zoals sneeuw en modder.
De Audi Quattro debuteerde op het rallycircuit met een overwinning in zijn eerste seizoen, dankzij rijders als Hannu Mikkola en Stig Blomqvist. Deze prestatie markeerde een keerpunt in de geschiedenis van de rallysport, waarin auto's met vierwielaandrijving de sport nu domineren. Het enorme voordeel van de Quattro ten opzichte van andere voertuigen, vooral die met voor- of achterwielaandrijving, werd al snel duidelijk.
Audi verzamelde trofeeën en won zijn eerste constructeurstitel in 1982. Deze triomf werd gevolgd door talrijke overwinningen en Audi vestigde zich als een gevestigde waarde in de rallywereld. Dankzij het vernuft van de Quattro-transmissie kon Audi zijn rivalen overtreffen en zelfs in extreme omstandigheden uitzonderlijke prestaties leveren. In 1984 won Audi zelfs de eerste editie van de Paris-Dakar Rally.

Veralgemening
Voortbouwend op het succes van zijn rallyauto besloot Audi de Quattro-technologie aan te passen voor zijn productiemodellen. In 1984 werd de Audi 80 Quattro de eerste berline van het merk met vierwielaandrijving. Dit model markeerde het begin van een nieuw tijdperk voor Audi, dat deze technologie geleidelijk aan toepaste op verschillende auto's, zowel sportauto's, gezinsauto's als luxewagens.
In de daaropvolgende jaren verschenen nieuwe modellen met Quattro-transmissie, waaronder de Audi S2 in 1985, de Audi RS2 in 1994 en later de Audi A4 Quattro en de Audi Q5. Deze productieauto's profiteren van de voordelen van het systeem: meer stabiliteit, betere grip en meer veiligheid, vooral in moeilijke rijomstandigheden.
Audi blijft het systeem perfectioneren, met name met de introductie van elektronisch transmissiebeheer, dat een dynamischere krachtverdeling tussen de wielen mogelijk maakt. De Quattro-technologie evolueert ook met de invoering van geavanceerde elektronische beheersystemen waarmee de koppelverdeling kan worden aangepast aan de behoeften van elk wiel, wat het reactievermogen van de auto verbetert.

Nieuwe toepassingen
In de loop der decennia heeft de Quattro-transmissie zich niet alleen onderscheiden door zijn prestaties, maar ook door zijn integratie in een steeds diverser gamma voertuigen. Audi slaagt erin om de Quattro-technologie te combineren met andere innovaties, zoals turbomotoren en rijhulpsystemen, om auto's aan te bieden die zowel krachtig als veilig zijn.
De sportieve modellen van Audi, zoals de R8, RS7 of RS Q8, profiteren nog steeds van de Quattro-technologie, die een van de sterke punten van het merk blijft. Vandaag de dag blijft Audi het Quattro-systeem perfectioneren door het aan te passen aan elektrische en hybride motoren, waardoor de weg wordt vrijgemaakt voor efficiëntere en milieuvriendelijkere voertuigen.
Tegelijkertijd heeft Audi Quattro ook geïntegreerd in zijn terreinwagens en SUV's, zoals de Audi Q7, Q5 en Q3. In deze modellen zorgt Quattro vierwielaandrijving niet alleen voor stabiel rijden op de weg, maar ook voor goede terreincapaciteiten.
