Mercedes 300 SL : van race naar baan

Sneller, efficiënter en mooier dan welke andere auto ook uit die tijd, is de Mercedes 300SL de auto van alle superlatieven die nooit ophoudt te verbazen, zelfs bijna 70 jaar na zijn lancering!

Na een paar jaar inactiviteit besloot Mercedes in 1952 de competitie weer op te pakken met de W194, een sportcoupé met een prominent buizenchassis dat de opbouw van conventioneel te openen deuren onmogelijk maakte. Daarom ontwierpen de ingenieurs, die verantwoordelijk waren voor het ontwerp, hem deuren die aan de bovenkant van de carrosserie waren uitgesneden en vanuit het dak naar boven opengingen. "Gullwing" (letterlijk "zeemeeuwvleugels") genoemd, gaf dit design de auto een heel speciaal uiterlijk. Dankzij zijn zeer licht gewicht, bijzondere aërodynamica en snelheid, won de auto de Carrera Panamericana en de 24 Uur, waarmee dadelijk de ernst van het ontwerp werd bewezen. Als importeur van Mercedes en Porsche in de Verenigde Staten zag Max Hoffman het potentieel van deze auto en legde hij het idee om een baanversie te ontwikkelen voor aan het management van het stermerk. Om te tonen hoezeer hij in zijn ambitie geloofde, reisde hij persoonlijk naar Stuttgart af en verbond zich ertoe 1.000 exemplaren te kopen. Verleid door deze financiële injectie, lanceerde de Mercedes-directie het ontwerp van dit model in 1953. Een jaar later werd de auto tentoongesteld op de New York Motor Show. Hij werd de 300SL (SportLeicht of Lichte Sport) genoemd vanwege zijn 3 liter motorblok inhoud en was uitgerust met een stalen carrosserie en aluminium deuren voor een totaalgewicht van 1.285 kg. De meer veeleisende klanten konden ook opteren voor een volledig aluminium carrosserie, wat echter "slechts" 80 kg zou schelen op het totaalgewicht. Deze versie werd verkocht tegen een veel hogere prijs dan de normale 300 SL, één van de redenen waarom er slechts 29 exemplaren zijn geproduceerd.

De ultieme

Om stijfheidsredenen werden de vleugeldeuren behouden, maar de toegang tot de auto is daardoor een heus karwei. Om het voor de bestuurder gemakkelijker te maken achter het grote stuurwiel plaats te nemen, klappen de deuren naar beneden. De kleine deuren laten evenmin de installatie van uitzetramen toe, wat de mogelijkheden voor ventilatie in het passagierscompartiment beperkt. De 300SL, die voor een zeer hoge prijs wordt verkocht, is een technologisch uitstalraam voor Mercedes. Uitgerust met een onafhankelijke achterwielophanging, maakt hij gebruik van een nieuwe technologie in de autowereld: een brandstofinjectiemotor. Dit door Bosch ontwikkelde systeem, dat gewoonlijk zware vrachtwagens uitrust, geeft prestaties en flexibiliteit aan het 6-cilinderblok dat 212 pk ontwikkelt, een enorm vermogen voor die tijd. Met een snelheid tussen 235 en 260 km/u, afhankelijk van de as waarmee hij was uitgerust, moet de 300 SL worden beschouwd als de eerste supercar in de autogeschiedenis. Tussen 1954 en 1957 werden 1.400 exemplaren verkocht, waarvan 80% op de Amerikaanse markt. Daarna maakte hij plaats voor de minder technisch geavanceerde maar even aantrekkelijke cabriolet.

De 300 SL coupé werd destijds voor een fortuin verkocht en is steeds gewild geweest. Ook al bereikten de prijzen enkele jaren geleden een hoogtepunt (2 miljoen euro voor een gerestaureerd exemplaar), is de wagen altijd duur geweest vanwege het unieke karakter en de zeldzaamheid ervan. Tegenwoordig zijn veel specialisten in staat om nieuwe restauraties uit te voeren, zelfs als dat betekent dat er een volledige nieuwe carrosserie moet worden gemaakt. De onderdelen zijn verkrijgbaar, maar tegen exorbitante prijzen. Een nieuwe injectiepomp, bijvoorbeeld, is de prijs van een kleine tweedehands auto waard! Maar rijden met een 300 SL 'vleugeldeur' is een unieke ervaring, ook al is hij moeilijk te besturen. Deze superlatieve sportwagen wordt beschouwd als een van de mooiste ooit ontworpen. En toegegeven, je kan er niet genoeg van krijgen...

Over de auteur:

Lees verder