Glas, de uitzonderlijke uitdaging

Glas, gevestigd in Dingolfing, produceerde slechts 18 jaar auto's en evolueerde zeer snel, alvorens te worden opgeslorpt door een beroemde Beierse firma.

Aan het begin van de 19e eeuw opende Marcus Glas in Pilsting zijn eerste werkplaats voor de herstelling van landbouwmachines. Het succesvolle familiebedrijf wordt overgenomen door zijn zoon Andreas, die in 1905 in Dingolfing een filiaal opent voor de productie van zaaimachines. In 1908 werden alle activiteiten van het bedrijf naar dezelfde stad verplaatst. Hans, de zoon van Andreas, werkte enige tijd in Canada in de landbouwmachines sector, voordat hij na de beurcsrash van 1929 naar de VS verhuisde. Hij werd productiemanager voor Indiase motorfietsen en kocht na de Tweede Wereldoorlog het bedrijf van zijn vader op, dat was uitgegroeid tot 's werelds grootste fabrikant van zaaimachines.

Op twee, dan vier wielen

In 1949 kreeg Andreas Glas, de zoon van de baas, de kans om op een beurs in Italië een Vespa uit te proberen. Hij zag de scooter als een commercieel succes in Europa op een moment dat Europa nood had aan motorisatie. Ondanks de tegenzin van zijn vader liet Andreas zijn team drie prototypes bouwen. De tests bleken overtuigend en de massaproductie begon in 1951. Het was een groot succes en er werden verschillende versies van de scooter ontwikkeld. Al snel werkte het bedrijf aan een concept voor een voertuig dat de inzittenden zou beschermen tegen de weersomstandigheden en op deze manier de hype van de microauto's zou volgen. Zo ontstond in 1955 de Goggomobil, een auto met een luchtgekoelde tweetaktmotor. Aanvankelijk was de auto zeer sober, maar in 1957 werd hij uitgerust met een tweede ruitenwisser en klapramen. Er kwamen een sedan en een coupé op de markt, beide met een cilinderinhoud van 250 of 300 cc. Vanaf 1957 was ook een 400 cc motor leverbaar, evenals een utility versie die ideaal was voor leveringen in de stad.

Het serieuze werk...

Het succes van de Goggomobil bracht het bedrijf ertoe 'echte' auto's te ontwikkelen om te concurreren met populaire modellen als de Volkswagen en Ford Anglia. De Goggomobil T600 werd in 1957 gepresenteerd op de Frankfurt Motor Show: deze saai vormgegeven sedan leed onder een matige betrouwbaarheid. Een krachtigere T700-versie (30 pk) werd aan de catalogus toegevoegd. Om zich te onderscheiden van de microcar wordt de auto omgedoopt tot Isar en wordt een stationwagen (K) gelanceerd. In het begin van de jaren 1960 moet Glas zijn imago aanpassen en heeft het een nieuw, moderner en serieuzer gamma nodig. De S 1004 coupé, die ook verkrijgbaar is als cabriolet, introduceert een nieuwe vloeistofgekoelde viercilindermotor, de eerste in de geschiedenis van de auto met een distributieriem. Vervolgens werd een 1204 sedan op de markt gebracht om aan de vraag van de klanten te voldoen, terwijl de cilinderinhoud werd vergroot tot 1,2 liter. Vanaf 1963 nam het vermogen van de Glas 1.0 en 1.2 toe en de snelste versies haalden 160 km/u, wat genoeg was om te concurreren met de duurdere Alfa Romeo. Het Duitse merk onderscheidde zich ook met een driedeurs hatchbackversie van zijn model, een zeldzame keuze in die tijd.

Apotheose

In 1963 gonst de stand van Glas op het autosalon van Frankfurt van de opwinding: de nieuwe 1300 GT, een prachtige coupé ontworpen door Pietro Frua, wordt gepresenteerd. Onder de motorkap ligt de motor van de S 1004, die is opgewaardeerd tot 1,3 liter en 75 pk levert. De 1300 GT, die 170 km/u kan halen, was vanaf 1964 verkrijgbaar als cabriolet. Om de verkoop te verbeteren werd een sedan ontworpen door Frua. De motor werd opgevoerd tot 1,7 liter en ontwikkelde 100 pk. Uiteraard wordt deze motor overgenomen door de coupé en cabriolet. Na het succes van de 1300 dacht Glas groot en ontwierp het een luxueuze coupé, aangedreven door een V8-motor en waarvan de styling opnieuw werd toevertrouwd aan Pietro Frua. Het resultaat was de 2600 in 1965, een auto waarvan de styling sterk leek op die van de Maserati Quattroporte. Hij had twee bovenliggende nokkenassen en een V8-motor met een vermogen van 150 pk. Een 3-liter versie werd ook in kleine hoeveelheden verkocht: met zijn 160 pk kon de coupé met deze motor de 200 km/u overschrijden, een primeur voor Glas!

Opkoop

Hoewel de zaken voor Glas goed gingen, waren de productiekosten moeilijk te beheersen. Ondanks een spectaculaire ontwikkeling in zeer korte tijd, werd het bedrijf op 10 november 1966 gekocht door BMW. Voor de Beierse fabrikant was Glas een kans om zijn productiecapaciteit snel en goedkoop te verhogen. Een tijdlang werden de producten van Glas omgedoopt tot BMW's, zoals de 1700 GT, die de BMW 1600 Coupé werd. In 1969 wordt de laatste Goggomobil geproduceerd en verdwijnt het merk Glas voorgoed. De fabriek in Dingolfing kreeg een nieuw leven als geboorteplaats van de nieuwe BMW 5 Reeks.

Over de auteur:

Lees verder