Citroën 2CV Bijou : mislukte relance

Wat kan de Britse tak van Citroën ertoe gebracht hebben een coupé te ontwikkelen op basis van de 2CV? Dit zeer originele en nogal stijlvolle model heeft de verkoop van de kleine Franse auto over het Kanaal helaas niet gestimuleerd.

In 1926 opende Citroën een fabriek in Slough, Berkshire. Verantwoordelijk voor de assemblage van voertuigen voor het Gemenebest, kreeg de fabriek onmiddellijk een zekere onafhankelijkheid, aangezien de Britse wet voorschreef dat een assemblagelijn die op Brits grondgebied werd opgezet, minimaal 51% Engelse onderdelen moest gebruiken of zware invoerbelastingen moest betalen. Zo onderscheidden de in Slough geproduceerde auto's met dubbele chevron zich direct door hun unieke "made in UK"-afwerking. De 2CV, die in 1949 in Frankrijk werd gelanceerd, was het populaire model dat was ontworpen om een Europa dat zwaar had geleden onder de Tweede Wereldoorlog weer van mobiliteit te voorzien. Pas in 1953 werd de 2CV in Slough geassembleerd, maar het werd geen commercieel succes. Britse klanten leken niet gewonnen voor de ingenieuze eenvoud van de Franse auto.

Tussen 1953 en 1959 werden in de Britse fabriek slechts 673 2CV's geproduceerd, omdat de Citroën veel duurder was dan een Austin A30, een zeer populaire auto aan de overkant van het Kanaal. De managers van het merk besloten te reageren door een kleine coupé te ontwikkelen met behulp van mechanische onderdelen van de 2CV die ze in voorraad hadden. De moedermaatschappij besloot dit project niet te steunen, maar verbood het ook niet. De Engelse ontwerper Peter Kirwan Taylor (die de eerste Lotus voor de weg ontwierp, de Elite) nam de taak op zich de auto te ontwerpen, waarvan de lijnen leken op die van de DS. De auto heette "Bijou", een Franse naam die "chic" moest klinken. Hij had een carrosserie van glasvezel en gebruikte enkele onderdelen van de DS, zoals de deurgrepen en het enkelspaaks stuurwiel. Citroën Slough schatte de productie aanvankelijk op 1.000 auto's per jaar.

Complexe taak

Van bij de start waren er productieproblemen en C.F. Taylor Plastics Ltd, de onderaannemer die belast was met de bouw van de carrosserie, hield het opgelegde tempo niet bij. Met een prijs van 674 pond is de Bijou verre van goedkoop en de prestaties van zijn kleine 425 cc-motor met 12 miserabele pk's zijn verre van toereikend voor de rest van de wagen. De Bijou, die op zeer kleine schaal en alleen met een rechts stuur werd geproduceerd, was helemaal niet rendabel voor Citroën. De productie eindigde in 1964 nadat er slechts 211 exemplaren waren gemaakt! Vandaag de dag bestaan er nog ongeveer 150 auto's, waarvan vele met de krachtigere 602 cc motor. Met zijn driedelige carrosserie is de Bijou zeer elegant en wordt hij beschouwd als de Heilige Graal door 2CV-verzamelaars die zijn uniciteit en zeldzaamheid waarderen. Transacties zijn uiteraard niet gebruikelijk en men moet rekenen op een basis van 20.000 tot 40.000 € voor een auto in goede staat.

Over de auteur:

Lees verder