Alpine A310 : grote verantwoordelijkheid

Een legendarische auto als de Alpine A110 opvolgen was geen gemakkelijke taak. Door een gebrek aan voldoende financiële middelen had de A310 moeite om zich te vestigen, ondanks zijn overduidelijke kwaliteiten.

Aan het einde van de jaren 60 dacht Jean Rédelé, de oprichter van Alpine, na over de toekomst van zijn bedrijf. Hoewel de A110 goed verkocht en zijn sportieve carrière briljant was, was hij toch te radicaal voor veel liefhebbers van "auto's met karakter". Met de Porsche 911 als voorbeeld besloot hij te werken aan een nieuw, meer 'grand touring'-model. Dankzij een configuratie met 2+2 zitplaatsen zou hij veel motorischer en comfortabeler worden. Het A310 prototype werd uiteindelijk aan het publiek voorgesteld op de Autosalon van Genève in 1971. De auto, afgewerkt door Marcello Gandini, was dynamisch, met strakke lijnen en lamellen die de achterruit bedekten. De brede lampen achter een beschermglas zijn ongetwijfeld zijn meest opvallende stijlkenmerk. Voor de aandrijving van de nieuwkomer heeft Alpine opnieuw geput uit het motorenbestand van Renault. Er is gekozen voor de motor van de R16 TS, een viercilinder 1.6 met een vermogen van 125 pk.

Te snel gelanceerd

Helaas was de context moeilijk voor Alpine, dat in financiële moeilijkheden verkeerde. De A310 werd veel te vroeg op de markt gebracht en de eerste klanten werden geconfronteerd met grote problemen op het gebied van betrouwbaarheid en afwerking. In 1973 werd Renault meerderheidsaandeelhouder van het bedrijf en verscheen de brandstofinjectiemotor van de 17 onder de motorkap van de A310. Er verscheen ook een zuinige carburateurversie in de catalogus. Pas drie jaar later kwam de echte evolutie met de goedkeuring van de V6 PRV (Peugeot-Renault-Volvo) motor, die het spel echt veranderde. De motor was nobeler dan de 4-cilinder en gaf de A310 de panache die hij tot dan toe nog miste. Met een cilinderinhoud van 2,7 liter ontwikkelt hij 150 pk, genoeg vermogen om de auto naar 220 km/u te brengen. De A310 is scherper geworden door de extra 150 kg aan achteroverhang, rijdt prettiger, levert betere prestaties en het interieur, dat tot nu toe een sportwagen onwaardig was, is eindelijk opnieuw ontworpen. Het rijgedrag, dat door de aanpassingen delicaat was geworden, werd echter zwaar bekritiseerd en pas in 1980 nam hij het Renault 5 Alpine-onderstel over, dat beter bij zijn ambities paste.

Te laat gecorrigeerd

Deze tweede fase van de A310 onderscheidde zich door zijn bredere wielen, opnieuw ontworpen voorkanten en de Renault-Alpine badge, die Alpine-Renault verving. Er werd ook een Pack GT-versie gelanceerd, met brede vleugels en een achterspoiler. Bovendien konden klanten kiezen voor een 'Boulogne'-pakket, waarmee het vermogen werd opgevoerd tot 193 pk. In 1985 verving de GTA V6 de A310: er werden 9.276 exemplaren geproduceerd, waarvan 3/4 was uitgerust met de V6.

Stijgende waarde

De auto's van Alpine worden aanbeden door een grote schare fans en zijn allemaal zeer gegeerd. De waarde van de A310 is een paar jaar geleden enorm gestegen. Het zal je niet verbazen dat de V6's met Renault-onderdelen het meest gewild zijn en in goede staat ongeveer €25.000 tot €30.000 opbrengen. De meeste onderdelen zijn gereviseerd en zijn makkelijk te vinden dankzij de talrijke specialisten in Frankrijk. De A310, die lange tijd werd overschaduwd door de A110 berline, heeft in heel Europa veel liefhebbers voor zich weten te winnen.

Over de auteur:

Lees verder