Verdwenen merken – Minerva : het te vroeg verdwenen Belgische vlaggenschip

Het automerk Minerva, gevestigd in Antwerpen, genoot tot in de jaren 1930 internationaal succes met zijn verfijnde auto's met hoge prestaties.

Sylvain De Jong, een jonge Nederlandse ondernemer, verhuisde in 1889 naar Antwerpen om te handelen in Engelse fietsen. De zaak floreerde al snel en hij besloot zijn eigen merk te lanceren: Mercury Cycle. In 1897 werd het merk omgedoopt tot Minerva, naar de godin van de ambachten en ambachtslieden. Zeer ambitieus besloot De Jong een motor te ontwikkelen voor de motorfietsen die een fenomenaal succes werden. Binnen enkele jaren werd Minerva Europa's grootste leverancier en pas in 1902 besloot het bedrijf motorfietsen onder Zwitserse licentie te gaan produceren. De Jong dacht echter al verder vooruit en droomde van de productie van auto's.

Verbluffende ontwikkeling

Dat jaar bracht Minerva zijn eerste auto op de markt. Het bedrijf werd ontbonden en Minerva Motors Limited werd opgericht, met een fabriek in Antwerpen. De productie startte in 1904 en een gamma van 2-, 3- en 4-cilinder auto's zag het licht. Vanaf 1907 onderscheidde het merk zich in de autosport en behaalde het de eerste drie plaatsen in het Circuit des Ardennes. Vier jaar later werd Minerva eigenaar van de exclusieve wereldwijde licentie voor de productie van Knight-motoren. Deze in de Verenigde Staten ontwikkelde motor heeft als bijzonderheid dat hij is uitgerust met dubbele cilindervoeringen, waardoor hij zeer stil is. Deze technologische ontwikkeling maakt Minerva auto's zeer populair bij een rijke clientèle die hun verfijning op prijs stelt. Verschillende Europese staatshoofden werden trotse eigenaar, evenals een zekere Henry Ford!

De Belgische Rolls

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de productie van Minerva verplaatst naar Nederland en het merk leverde zelfs voertuigen aan het Belgische leger, dat ermee aan het front vocht. Pas in 1920 werd de productie in België hervat. Zescilindermodellen werden gelanceerd en waren zeer succesvol aan de overkant van de Atlantische Oceaan. Vaak werden kale chassis opgebouwd door de grootste specialisten in Frankrijk, Groot-Brittannië of de Verenigde Staten. Sommigen van hen werden ook onder handen genomen bij D'Ieteren, dat tegenwoordig bekend staat als importeur van merken als Volkswagen, Porsche of Audi. In die tijd had Minerva een even goede reputatie als Rolls-Royce, terwijl het iets goedkoper was. Nog steeds in het luxesegment presenteerde het Belgische merk kleinere modellen, waaronder één met een 2-liter viercilindermotor. Vanaf het begin van de jaren dertig werd het bedrijf hard getroffen door de crisis en ging uiteindelijk in 1934 failliet.

Wreed gebrek aan middelen

Overgenomen door Mathieu Van Roggen, eigenaar van het Luikse merk Imperia, ziet Minerva af van luxe auto's en produceert alleen nog bedrijfsvoertuigen. De Knight-motor zonder kleppen werd definitief aan de kant gezet en vanaf 1952 produceerde het bedrijf Land Rovers in licentie voor het Belgische leger. Minerva begon ook met de assemblage van Armstrong Siddeley auto's en Agusta scooters, maar ontkwam in 1958 niet aan een faillissement. In 2013 werd een 'revival' van het merk met een supercar aangekondigd, maar daar kwam uiteindelijk niets van terecht.

Over de auteur:

Lees verder