Van 31 maart tot 29 april 2018
Autoworld - Brussel
Gedurende de maand april wordt de 70e verjaardag van de sympathieke ‘lelijke eend’ gevierd in Autoworld, met een tentoonstelling waarop de meest iconische modellen zullen worden voorgesteld.
Bovendien zullen tijdens de twee Paasvakantieweken – van 31 maart tot 15 april - de meest zeldzame modellen worden tentoongesteld op de ‘Blue Boulevard’, de centrale gang van het museum. We denken hierbij aan bestelwagens, afgeleide modellen en speciale reeksen.. maar ook enkele kit cars gebaseerd op deze eenvoudige mechaniek. Er wordt ook een TPV prototype van voor de 2e Wereldoorlog, afkomstig van het ‘Conservatoire’ – de officiële Citroën-collectie – tentoongesteld.
Deze tentoonstelling wordt georganiseerd door Autoworld in samenwerking met Citroën Belux.
De 2 PK kort geschetst
De 2CV (Frans: deux chevaux, wat slaat op 2 fiscale pk’s) was de eerste populaire auto van Citroën na de oorlog. In 1936 het plan opgevat om een kleine auto te ontwikkelen die geschikt moest zijn voor het Franse platteland: de TPV, oftewel “Toute Petite Voiture”. De auto moest in staat zijn twee boeren met een lading van 50 kg te vervoeren. Ook gaat het verhaal dat er voldoende laadruimte moest zijn om een schaap te vervoeren.
De vering diende zo soepel te zijn dat eieren in een mand niet zouden breken wanneer de auto over een landweg zou rijden. Voor de rest moest de auto goedkoop, zuinig, betrouwbaar en zo eenvoudig zijn dat ook “een boerin ermee naar de markt kan rijden”.
Een prototype zou worden voorgesteld op het Salon van Parijs van 1939, maar door de nakende oorlog werd dit salon afgelast. Pas begin 1948 werd de grondig herwerkte auto voorgesteld. De eerste versie had een luchtgekoelde tweecilinder boxermotor van 375 cc en 8 pk, de basis bleef tot het eind van de productie dezelfde, maar stelselmatig werd de cilinderinhoud en het vermogen opgedreven tot uiteindelijk 602 cc en 30 pk. De eerste modellen hadden enkel een kleine kilometerteller links onder de voorruit. De benzinevoorraad werd afgelezen van een peilstok die in de tank gestoken moest worden. De ruitenwissers werden met de hand bediend of waren gekoppeld aan de snelheidsmeter zodat ze bij stilstand niet werkten. Toch was het meteen een commercieel succes, met in de eerste jaren een levertijd tot drie jaar.
De 2PK werd geproduceerd tussen 1948 en 1990. In die periode zijn er zo’n 5 miljoen van gebouwd. De (lelijke) eend groeide in de jaren ’60 uit tot een cultvoertuig dat zijn plaats in de geschiedenis meer dan verdient.
